Enkele gedachten die passeren op 1 november.
Het is de plaats van voorbije tijd, van weemoed en herinneringen, van onschuldige jeugd, vreugde en verdriet, opgroeien en pijn, van ouder worden en zorgen, van troost en liefde.
Het is zo, het is van alle tijden. De fysieke liefde, de knuffel van je mama, het is voorbij. Huilen is voor de levenden, de achterblijvers.
De dag van morgen moet ook geleefd worden. Maar waarom toch? Waarom is de natuurlijke cirkel van het leven zo pijnlijk?
Je mama was altijd daar. Wat er ook gebeurde, de liefde was onvoorwaardelijk. Wat is er gebeurd na die laatste knuffel, het onwetend laatste afscheid,
Je wist het wel. Ben je wel zo sterk? Was je papa sterk? Wat rest er nu alles tot stof is vergaan? Het leven van je vader, verzameld in één doos vol herinneringen. Durven we daar nog in kijken?
Onze voorouders legden stenen op elkaar, bouwden kathedralen tot in de hemel. Onze ouders bouwden mee, voor ons.
Troost bij onze kinderen, dat ze ons ook kinderen schenken. Dat we voor hen en die na hen komen ook een steen gelegd hebben, en nog mogen leggen.
Een dag zonder knuffel is een dag niet geleefd. We leven voor die enkele momenten van opperste geluk samen met de naaste. Daar gaan we morgen terug naar op zoek. Een knuffel en wat zaligheid in samenzijn.